Hieronder volgen twee fragmenten uit het boek
Frieda
“….en weer kwam de lammerentijd, en weer werden er poesjes geboren, en Frieda die steeds kaler werd (ze kreeg amper hondenvoer, maar genoeg humaan eten…) en Trijn hoorde je niet klagen uit angst dat ze opgenomen moest worden. Ik ging er vaak met lood in mijn schoenen heen, en als ik dan vroeg hoe het zou moeten als zij er niet meer zou zijn, dan haalde ze machteloos haar schouders op… Ze wilde/kon niets regelen.
Men denkt dat ze zondag veertien juli is overleden, zittend aan de keukentafel met Frieda en de katten om zich heen. Dinsdagochtend is ze gevonden door haar zuster, omdat ze niet bij een verjaardag kwam opdagen. Frieda had niet eens in huis gepoept en heeft nog geprobeerd om door een raam naar buiten te springen. Het raam was gebarsten, en de politie stelde vast dat dat van binnen uit geforceerd was. Frieda en alle katten zijn ‘s middags nog door het asiel opgehaald. “Neem dat ding ook maar mee…” , ‘dat ding’ was Frieda….” .
Ollie, Bram en Hannes
"...Ja, ik weet het... een aidskat mag NOOIT ontsnappen, maar ja, jullie kennen me, Hannes het feestbeest. Oké, ik lag dus lekker te slapen in mijn mandje op de kast, heerlijk weg in dromenland. Maar ineens voelde ik een licht briesje langs mijn oren gaan, een bekende bries, maar nog nooit zo duidelijk en scherp gevoeld als nu. Ik opende slaapdronken mijn ogen en keek plots naar een voordeur die open stond.
Ik was even in verwarring, ik zocht naar mijn baasje, maar die was iets verderop zachtjes aan het zingen en keek naar zo'n raar scherm. Ik keek naar de rest, ik zag ze allemaal verdwijnen, achter die deur. Ollie lag naast me te slapen; die had niks door, maar mijn oortjes waren natuurlijk gespitst. Ik besloot op onderzoek te gaan, want dit was volledig nieuw voor me. Zachtjes liep ik naar de deur en kreeg de schrik van mijn leven! Ik zag ineens het leven, voordat dit grote wezen mij adopteerde. Ik zag bomen, struiken, een weg, wolkjes, de zon, ik snoof de lucht op... herinneringen doken op.
Niemand om me heen? Ik zag Casper en Dieuwke lopen, mijn hart maakte een vreugdedansje! Ik verzamelde al mijn moed en wilde hun volgen, ik wilde de stap daarbuiten zetten. Jee, wat een raar iets was dat. Ik schrok van de geluiden en rende pijlsnel de weg over. Mmmm, dat rook zoet en fris daar.
In de verte hoorde ik ineens een kreet, maar dat was ver weg, ik besloot hier geen aandacht aan te besteden. ..."
Frieda
“….en weer kwam de lammerentijd, en weer werden er poesjes geboren, en Frieda die steeds kaler werd (ze kreeg amper hondenvoer, maar genoeg humaan eten…) en Trijn hoorde je niet klagen uit angst dat ze opgenomen moest worden. Ik ging er vaak met lood in mijn schoenen heen, en als ik dan vroeg hoe het zou moeten als zij er niet meer zou zijn, dan haalde ze machteloos haar schouders op… Ze wilde/kon niets regelen.
Men denkt dat ze zondag veertien juli is overleden, zittend aan de keukentafel met Frieda en de katten om zich heen. Dinsdagochtend is ze gevonden door haar zuster, omdat ze niet bij een verjaardag kwam opdagen. Frieda had niet eens in huis gepoept en heeft nog geprobeerd om door een raam naar buiten te springen. Het raam was gebarsten, en de politie stelde vast dat dat van binnen uit geforceerd was. Frieda en alle katten zijn ‘s middags nog door het asiel opgehaald. “Neem dat ding ook maar mee…” , ‘dat ding’ was Frieda….” .
Ollie, Bram en Hannes
"...Ja, ik weet het... een aidskat mag NOOIT ontsnappen, maar ja, jullie kennen me, Hannes het feestbeest. Oké, ik lag dus lekker te slapen in mijn mandje op de kast, heerlijk weg in dromenland. Maar ineens voelde ik een licht briesje langs mijn oren gaan, een bekende bries, maar nog nooit zo duidelijk en scherp gevoeld als nu. Ik opende slaapdronken mijn ogen en keek plots naar een voordeur die open stond.
Ik was even in verwarring, ik zocht naar mijn baasje, maar die was iets verderop zachtjes aan het zingen en keek naar zo'n raar scherm. Ik keek naar de rest, ik zag ze allemaal verdwijnen, achter die deur. Ollie lag naast me te slapen; die had niks door, maar mijn oortjes waren natuurlijk gespitst. Ik besloot op onderzoek te gaan, want dit was volledig nieuw voor me. Zachtjes liep ik naar de deur en kreeg de schrik van mijn leven! Ik zag ineens het leven, voordat dit grote wezen mij adopteerde. Ik zag bomen, struiken, een weg, wolkjes, de zon, ik snoof de lucht op... herinneringen doken op.
Niemand om me heen? Ik zag Casper en Dieuwke lopen, mijn hart maakte een vreugdedansje! Ik verzamelde al mijn moed en wilde hun volgen, ik wilde de stap daarbuiten zetten. Jee, wat een raar iets was dat. Ik schrok van de geluiden en rende pijlsnel de weg over. Mmmm, dat rook zoet en fris daar.
In de verte hoorde ik ineens een kreet, maar dat was ver weg, ik besloot hier geen aandacht aan te besteden. ..."